Validering van niet-formeel en informeel leren
De EU steunt maatregelen om vaardigheden uit niet-formeel en informeel leren meer zichtbaarheid en waardering te geven. Mensen moeten al hun vaardigheden kunnen inzetten voor hun loopbaan of om verder te leren.
Wat is niet-formeel en informeel leren?
Mensen leren op allerlei manieren en in verschillende contexten buiten de formele onderwijs- en opleidingsstructuren. Vaardigheden zijn vaak een bijproduct van dagelijkse bezigheden, zelfs als leren oorspronkelijk niet de bedoeling was.
- Niet-formeel leren is gewoonlijk gestructureerd (bijv. binnen een bedrijf).
- Informeel leren gebeurt op een natuurlijke manier bij allerlei activiteiten (denk aan de computervaardigheden die iemand met spelletjes opdoet).
Wat houdt de validering van niet-formeel en informeel leren in?
Vaardigheden die u opdoet met niet-formeel en informeel leren, zijn een groot voordeel. Maar hoe maakt u die vaardigheden zichtbaar en gewaardeerd?
Validering is een manier om vaardigheden te presenteren, documenteren, beoordelen en certificeren. Dat kan leiden tot een gedeeltelijke of volledige kwalificatie. Zo worden uw kansen op de arbeidsmarkt groter en breder. U kunt ook toegang krijgen tot vervolgonderwijs en -opleiding of vrijgesteld worden voor bepaalde onderdelen daarvan.
Validering is goed voor de sociale inclusie en de zelfstandigheid van mensen, ook voortijdige schoolverlaters, werklozen, laaggeschoolde en mensen van buiten de EU. Hun vaardigheden worden zichtbaarder.
Wat is de rol van de lidstaten en de EU-instellingen?
In de Aanbeveling inzake validering van 2012 worden de lidstaten opgeroepen om tegen 2018 nationale regelingen voor validering in te voeren. Zo moet iedereen erkenning en waardering kunnen krijgen voor alle kennis en vaardigheden die zijn opgedaan buiten het formele onderwijs- en opleidingssysteem: op het werk, thuis of bij vrijwilligerswerk. De Europese Commissie en het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop) helpen de lidstaten daarbij.
De Europese richtsnoeren voor validering geven beleidsadvies en praktische tips aan beleidsmakers en belanghebbenden over de uitvoering van de validering. Met goede voorbeelden en thematische analyses illustreert de Europese inventaris hoe de validering op nationaal, regionaal en lokaal niveau in Europa gebeurt. De richtsnoeren en de inventaris ondersteunen de dialoog tussen alle betrokken partijen bij hun inspanningen om de validering in Europa te ontwikkelen.
Landen brengen eenmalig verslag uit aan de Europass-adviesgroep over hun beleid naar aanleiding van de Aanbeveling. Daarin worden de vooruitgang en eventuele problemen beschreven.
De adviesgroep voor het Europees kwalificatiekader (EKK) houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van de Aanbeveling. Notulen en documenten van de groepen zijn te vinden in het register van deskundigengroepen van de Commissie.